Informatievaardigheden betekent niets anders dan het goed om kunnen gaan met informatie. Stel je voor: ik schrijf een werkstuk over katten. Ik verzamel zoveel mogelijk plaatjes en check zoveel mogelijk websites. Het eindresultaat? Een kattencollage en ik heb eigenlijk niets geleerd. Wat ik niet wist, is dat ik bijvoorbeeld eerst moet nagaan wat ik precies wil weten. Zijn roodharige katten slechter bestand tegen de warmte? Of is kattenmelk gezond voor een kat? Pas dan had ik gericht kunnen zoeken. Dan was ik er ook achter gekomen dat al die plaatjes helemaal niet zo belangrijk waren en dat 90% van de websites niet de informatie hadden waar ik naar op zoek was. Stel, ik vind wel informatie over mijn onderzoeksvraag maar het is geschreven op een forum door mijn jongere zusje, tsja, dan moet ik ook kritisch zijn en mag ik die bron eigenlijk niet gebruiken. Want mijn zusje is nu eenmaal geen kattenexpert. 

Bij informatievaardigheden gaat het dus om het opzoeken van informatie, het beoordelen van informatie en het verwerken van gevonden informatie.

Informatievaardigheden dus. Bekijk ook eens onze uitleg over ICT-basisvaardigheden, mediawijsheid en computational thinking!
​