Binnen het wettelijke mobiliteitsbudget zullen de meeste uitgaven van pijler 2 door de werknemer worden voorgefinancierd. Denk maar aan een werknemer die een fiets koopt, de huur betaalt, een taxi bestelt, ... Bij het toevoegen van een uitgave dient de werknemer een bewijs op te laden.
Het is aan de werkgever om te bepalen welke rechtvaardigingsstukken nodig zijn om de uitgave te bewijzen. Er worden geen specifieke formaliteiten opgelegd.
In geval van sociale of fiscale controle is het aan de werkgever om het bewijs te leveren, via de door de werknemer voorgelegde documenten. Daaruit moet blijken dat de besteding van de middelen in pijler 2 voldoet aan de wettelijke voorwaarden (bv. dat de intrest op een hypothecaire lening betrekking heeft op de woonplaats van de werknemer binnen een straal van 10 km van zijn gebruikelijke werkplek).
Voorbeelden van vaak gebruikte rechtvaardigingsdocumenten
Contract in geval van huurkosten
Aflossingstabel in geval van de intrest op hypotheek
Kassa-ticket in geval van de aankoop van een voertuig