👨🏼🤝👨🏽 Wat te doen met huisvestingskosten als ik samenwoon met mijn vriend/vriendin of een huisgenoot?
Je kan dus wel de huisvestingskosten van je echtgeno(o)t(e) of je wettelijk samenwonende partner financieren met het mobiliteitsbudget.
❗️Huisvestingskosten kunnen niet dubbel betaald worden!
partner 1 financiert de volledige huur via mobiliteitsbudget 1 en partner 2 doet hetzelfde via mobiliteitsbudget 2: ❌
partner 1 financiert de 50% van de huur via mobiliteitsbudget 1 en partner 2 doet hetzelfde via mobiliteitsbudget 2: ✅
partner 1 financiert de 70% van de huur via mobiliteitsbudget 1 en partner 2 financiert 30% van de huur via mobiliteitsbudget 2: ✅
Je mag alleen je eigen aandeel van de huisvestingskosten, of dat van inwonende gezinsleden betalen. Huisvestingskosten van een vriend/vriendin/huisgenoot zijn uitgesloten.
🧐 Kan ik er een hypothecair mandaat mee betalen?
Onder hypothecaire lening moet worden verstaan elke lening die geheel of gedeeltelijk gedekt is door een hypothecaire inschrijving.
Interesten en leningen die deels gedekt zijn door een hypothecaire lening en deels door een hypothecair mandaat kunnen dus volledig afgetrokken worden van het mobiliteitsbudget.
🏦 Kan ik er een overbruggingskrediet mee betalen?
Het is alleen mogelijk om huur, interest en kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen af te lossen met het mobiliteitsbudget. Wij concluderen dat een overbruggingskrediet hier niet onder valt. Het is dus niet mogelijk om dit met je mobiliteitsbudget te betalen (ook niet de interest erop).
🏘 Kan ik er mijn 2e woonst mee betalen?
Je mag alleen je woonkosten betalen met het mobiliteitsbudget als het woonkosten zijn die verband houden met de gedomicilieerde woonplaats. Een 2e woning heeft geen domicilie, dus woonkosten van een 2e woning kunnen niet betaald worden met het mobiliteitsbudget.
💧🔌Kan ik betalen voor de kosten van nutsvoorzieningen, lasten?
Het is belangrijk om te weten dat het LMB wel huur- en hypotheekgerelateerde kosten kan dekken, maar geen andere huisvestingsgerelateerde kosten zoals kosten voor nutsvoorzieningen (water, gas, elektriciteit) of gemeenschappelijke kosten in verband met de huurwoning. Deze vallen niet onder de in aanmerking komende huisvestingskosten die kunnen worden gefinancierd via het mobiliteitsbudget.
🧾 Welk bewijsstuk heb ik nodig?
Voor de betaling van de huurkost is het huurcontract het bewijs. In het huurcontract moeten de huurperiode, het huurbedrag, het adres, de namen en de handtekeningen van de huurder en de verhuurder duidelijk zichtbaar zijn.
Voor de betaling van intresten en kapitaalvergoedingen op je hypothecaire lening is het leningcontract het bewijs. Met duidelijke vermelding van de naam van de werknemer, het adres, het betaalde maandelijkse bedrag (de aflossingstabel) en de einddatum van het contract.